‘Op de corsodag ben je altijd strontzenuwachtig of alles wel werkt’

Het onderstel is de basis van een corsowagen. Je moet erop kunnen vertrouwen om tot de mooiste en beste corsocreaties te komen. Het onderstel is een van de eerste dingen die in het corsojaar wordt aangepakt, maar wel van essentieel belang voor de uiteindelijke uitkomst op de derde vrijdag van augustus. Dat weten ze bij corsogroep Kluitenberg maar al te goed.

Albert Hulleman en René Rook zijn samen verantwoordelijk voor het onderstel van Kluitenberg. Ze noemen de stalenconstructie op zes wielen zelf hun ‘kindje’. Tot het gezin rekenen ze het maar net niet. Ieder jaar doen ze een proefstart om alle onderdelen van het onderstel te testen, maar uiteindelijk blijft het spannend. “Op de corsodag ben je altijd strontzenuwachtig of alles wel werkt.” Want een onderstel van een corsowagen hoeft uiteindelijk maar acht uur per jaar te werken. De rest van de tijd staat hij te verroesten op de bouwplek. Iets waar de groep dit jaar al veel tijd aan heeft besteed, want de bouwplek is opnieuw bestraat en tijdens het interview wordt de ‘nieuwe’ tent opgebouwd. Kluitenberg is druk met upgraden. In de plannen paste het ook om drie jaar geleden het onderstel te vernieuwen.

De droom

De coronaperiode heeft vooral veel nadelige gevolgen gehad, maar een paar schaarse voordelen waren er ook. Zo was er bij Kluitenberg tijd om het onderstel te vernieuwen. “Onze droom was altijd om voor- en achteraan te kunnen sturen, want dan kan je de bochten beter halen”, vertelt Albert. Dat veranderde echter toen een concullega uit Vollenhove van corsogroep Nameless langskwam. ‘Je hoeft pas achteraan te sturen als je het vooraan fout doet’, zo was zijn wijsheid. Nameless kreeg er wagens van zeventien meter lang mee door de nauwe straatjes van ‘Veno’, dus dan moest Kluitenberg het in Klooster ook wel lukken. De droom van René en Albert ging de prullenbak in.

Het ‘geheim’ van Nameless zit in de afstand tussen de wielen, die is namelijk ideaal. “Ons vorige onderstel was een oude SRV-wagen van elf meter lang. Dat is een onbenullig eind! De wielen stonden daardoor een eind uit elkaar. Dat maakte het soms lastig om de bochten te halen. Nu is de afstand tussen het voorwiel en de twee achterwielen (twee assen) 5,5 meter. Daarmee staan ze ongeveer anderhalve meter dichterbij elkaar”, vertelt Albert.

Wild van het stuur

Het is niet gek dat het onderstel voor Albert en René voelt als hun kind, want ze hebben hem voor een groot deel zelf gebouwd. Albert: “Het frame is gebouwd en gelast bij Rook Pijpleidingbouw door dé lastechnicus van het Landveno: Harold Lassche. Maar verder hebben we alles zelf gedaan.” Kluitenberg beschikt nu over een geklemd onderstel. “Dus het frame ligt er in principe los op. Wij lassen niet meer op het chassis. Wij dachten altijd dat het chassis krom werd door het gewicht. Maar het trekt krom, omdat je erop last. Dan verhit je de boel en creëer je een zwakke plek”, vertelt René.

Met name het stuur is speciaal, zegt René. “Iedereen is er wild van.” Albert: “Dit is echt een fantastisch systeem. Het systeem van onze stuurpomp wordt meestal voor boten gebruikt. Als je het stuur draait, dan draai je nu hydrauliekvloeistof in het rond.” Het zorgt ervoor dat het sturen heel soepel gaat, daarnaast is er nog een voordeel. “Dit kan bijna niet kapot en er komen weinig andere onderdelen bij kijken. Onze filosofie is: wat er niet op zit, kan ook niet kapot.” René: “En het is allemaal nog gesponsord ook.” De benodigde cilinder is namelijk redelijk zeldzaam. “Het is niet exotisch, maar ook niet veelvoorkomend”, legt Albert uit. “Uiteindelijk kwamen we via via terecht bij Hydrauliek Service Dunnewind op Staphorst. Hij kon het systeem voor ons maken.” Uiteindelijk kreeg Kluitenberg het hele stuursysteem gesponsord en dat ging om een fiks bedrag. “Daar zijn we heel dankbaar voor.”

Corsokoorts

Albert en René zijn regelmatig bij de wagen te vinden. Ze bouwden het onderstel voor een groot deel zelf, terwijl je het ook kunt laten doen. Waarom al die tijd erin steken? “Ik krijg er kippenvel van. Nu al. Ik kom voor mijn werk regelmatig bij klanten en dan hebben we het ook weleens over het corso. Dan zeg ik: ‘Van april tot en met augustus ben je bezig. Je bouwt een corsowagen en als het corso is geweest, sloop je dat ding weer en ben je 25 tot 30 duizend euro lichter. Toch een fantastische manier om een bult geld kwijt te raken of niet dan? Als je er rationeel over nadenkt, is het gek. Maar ja, een dag in het jaar draait het in Klooster om het coroso en dat is blijkbaar genoeg.”

Bij René slaat de corsokoorts al over op de allerkleinsten. “Het is mooi dat je met verschillende leeftijden zoiets moois weet te maken. Mijn zoontje van drie-en-een-half zegt nu al: ‘papa, mag ik mee naar Kluitenberg?’ Gisteren gingen we een dagje uit naar Urk. Dan vraagt -ie: ‘papa, gaan we niet naar de wagen? Dat is veel leuker, hoor’.”

Toch stopt het plezier van corso voor beiden op vrijdagochtend, want het corso zelf vinden ze minder. “Daar word ik ongedurig van”, zegt Albert. “Ik vind het bouwen mooi en tijdens het corso is dat stuk al geweest. Als de wagen in Klooster staat en alles is af, dan is het voor mij eigenlijk wel klaar”, vertelt René. Gelukkig voor beiden begint de mooiste periode nu. Het bouwen van de wagen kan namelijk beginnen in de Barsbeek. Het onderstel is door het werk van Albert en René weer helemaal op orde, dus staat alles klaar om er weer een wagen van topkwaliteit op te bouwen.

Social Media