Figuratie kan een corsowagen net dat beetje extra geven, hoewel het niet bij elke wagen past. Dit jaar is het echter een perfecte match bij Corsogroep Fun Fun. Het Monster van Loch Ness staat centraal, en ze gaan op zoek naar het levende bewijs. De komende weken wordt er intensief geoefend om muziek, figuratie en chemie naadloos te laten samenkomen. De magie van figuratie, eerder bewezen met ‘Goudzoeker’ in 2018, moet ook dit jaar weer zorgen voor een onvergetelijke ervaring.
Bij Corsogroep Fun Fun werken ze met een acteursteam. Broers Arriën en Robert maken daar deel van uit; Robert vanuit het ontwerpteam en Arriën legt zich toe op het script. Beide benaderingen versterken elkaar, aldus Robert. “Als ontwerpteam beginnen we met een idee; welke sfeer willen we neerzetten? Welk verhaal willen we vertellen? Met die grote lijnen gaan we naar het acteursteam, zij geven hun eigen visie erop.”
Onder water
Dit jaar presenteerde het ontwerpteam het idee van het Monster van Loch Ness aan het acteursteam. Is de mythe waar of niet? Leeft er iets in de wateren of zijn het slechts verhalen? Fun Fun gaat op zoek naar het levende bewijs. Arriën: “Als figuratieteam begin je met de vraag hoe dat bewijs moet worden gezocht. Wat voor mensen doen dat? Zijn het toeristen of onderzoekers? Bij ons zijn het onderzoekers die het meer opgaan om dat levende bewijs te vinden.” Vier personen (twee onderzoekers en twee duikers) staan straks op de wagen van Fun Fun. De uitdaging is om alles samen te laten komen, weet Arriën. “De muziek, de bewegingen, de chemie tussen de figuranten, alles moet kloppen. Het moet een coherent verhaal worden.”
Goudzoeker
Als dat verhaal helemaal klopt, kunnen er prachtige dingen ontstaan. Een goed voorbeeld hiervan is ‘Goudzoeker’ uit 2018. Arriën speelde toen zijn mooiste figuratierol tot nu toe als goudzoeker en dat was net dat extra zetje naar de Ereprijs. “Toen we ‘s ochtends vertrokken, hadden we niet veel verwachtingen. ‘We maken er een leuke dag van, maar dit wordt niks’. Maar toen de mist optrok, de zon begon te schijnen, en de glittering zichtbaar werd, kwam alles samen: de bewegingen, de muziek, de figuratie. Het totale plaatje maakte die wagen”, vertelt Arriën.
De figuratie was een cruciaal onderdeel van de Ereprijs dat jaar. Het maakte het verhaal compleet, zorgde voor een herkenbaar beeld, een kippenvelmoment en de juiste sfeer. Dit jaar moet de figuratie opnieuw zorgen voor die magie, want zonder figuratie klopt het verhaal niet. Robert: “Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van de onderzoekers. Zonder figuratie heb je alleen een bewegend beest. Om emotie over te brengen, heb je mensen nodig.” Dit jaar was herkenbaarheid belangrijk voor Fun Fun. “We wilden iets herkenbaars bouwen, ook qua sfeer. Dus kozen we niet voor een ingewikkeld concept, maar iets wat iedereen herkent. En dit herkent iedereen,” zegt Robert terwijl hij naar de wagen wijst. “Op het moment dat je dat hebt, kun je er je eigen draai aan geven.”
Oefenen, oefenen, oefenen
De komende weken staan bij Fun Fun in het teken van oefenen. “We hebben nu een aantal scenario’s op papier en daar gaan we mee aan de slag. Misschien werkt een idee niet en moet het net even anders. We doen het samen, ook met de figuranten die straks op de wagen staan. Als iets niet werkt of anders moet, dan passen we het aan,” vertelt Arriën. “Het is een zoektocht. Je hebt een idee, maar daarna is het vooral uitproberen.”
Dit vele oefenen en uitproberen is cruciaal, want de figuratie is een groot samenspel. “Je moet de chemie met elkaar vinden. Je moet de spanning kunnen opbouwen en elkaar aanvoelen. Samen moet je tot een spel komen. Het scenario blijft hetzelfde, want iedere anderhalve minuut vinden ze hem. Maar het verhaal kan telkens anders verteld worden, zo blijft het uniek. Om zover te komen moet je goed op elkaar ingespeeld zijn, en dat vergt oefening,” zegt Arriën.
Figureren is iets bijzonders, aldus Arriën. “Zodra je het parcours opgaat, voel je de adrenaline en kun je door pijn en vermoeidheid heen. Bij ‘Karavaan’ moesten we veel lopen, en daarvoor had ik al een nacht doorgehaald. Na de middagrondgang kon ik nauwelijks lopen, maar zodra we het parcours opkwamen, ging het weer. Daarna was ik wel drie dagen kapot, maar die rondgangen geven iets extra’s, dat is echt bijzonder!”