De organisatie van het corso is er alles aan gelegen om de tientallen meterslange en meer dan huizenhoge corsocreaties veilig en probleemloos door het dorp te zien schreiden op de derde vrijdag van augustus. Daarom bestaat de Commissie Veiligheid en Techniek, kort gezegd CVT. Martin Bonthuis is onderdeel van deze commissie. Hij legt uit wat de CVT precies doet en waarom dat belangrijk is. “Corsogroepen besteden veel aandacht aan de buitenkant van een corsowagen, maar de binnenkant is net zo belangrijk.”
Om bij het begin te beginnen. “De CVT startte rond 2005. Toen kwam er vanuit het corso van Zundert een handboek in Sint Jansklooster terecht over de aanpak van veiligheid. Aan de hand daarvan zijn we met een man of vijf ons eigen handboek gaan schrijven. Ieder jaar is er daarna wat bijgekomen en nu is het echt een heel boekwerk. Heel anders dan vroeger. Toen keken er even wat mensen uit een corsogroep naar de constructie en het motorische gedeelte en was het van: ‘mwoah, lijkt wel goed.’ Dat kon natuurlijk niet… Het moest gewoon veiliger.”
Helpen waar nodig
De Commissie Veiligheid en Techniek bestaat op dit moment uit vijf man. “Twee komen er uit de transportwereld. Zij kijken vooral naar het motorische gedeelte. De andere drie, waaronder ikzelf, zitten meer in de constructiehoek.” De CVT gaat gemiddeld twee keer in het jaar bij een corsogroep langs. “Soms iets vaker en soms wat minder vaak, dat hangt van meerdere factoren af. Ik denk dat het heel logisch is dat we wat vaker bij een groep langsgaan als zij qua techniek een lastige wagen bouwen.”
Sommige groepen hebben net wat meer kennis dan anderen in huis, merkt Martin. “Dat is helemaal niet gek, want we maken een corso met een klein dorpje. Elke groep is dus afhankelijk van bepaalde mensen. Als daarin kennis rond veiligheid en techniek ontbreekt, zijn wij er om te helpen waar nodig.” Ook vanuit de corsogroepen zelf wordt er regelmatig hulp gevraagd aan de CVT. “Dan willen ze advies. Harco Mooiweer is onze contactpersoon. Hij krijgt die vragen binnen. Vragen is juist goed, dat kan een groep beter doen dan het zelf maar op de gok wagen.”
Controle op de bouwplek
Tijdens controles op bouwlocaties, bespreken de groepen en de CVT alles wat belangrijk is. “Officieel moet elke groep Harco een berichtje doen als ze begonnen zijn met de bouw. Dan komen wij even langs. We kijken dan naar de maquette en de belangrijke dingen qua veiligheid en techniek pikken we dan uit die ontwerpen. Vervolgens vragen we hoe ze alles willen aanpakken of al aangepakt hebben.”
Op basis van wat de CVT constateert, geven zij input aan de groepen. “Kijk hier even naar, let daar even op, zou je dit nou wel zo doen? Als je dat nou zo doet, dan is het net even sterker. Zulke dingen zegen we dan.” Daarna lopen we nog even een rondje om het onderstel. “Soms is er iets, soms niet. Groepen vergeten bijvoorbeeld wel eens olie op de moeren van de banden te doen. Als ze dan onverhoopt een lekke band hebben, krijgen ze die niet los… Zulke dingen vergeet je heel makkelijk. Juist op dat soort zaken letten wij extra.”
Ook de reuzententen waarin de wagens tegenwoordig gebouwd worden, onderwerpt de CVT aan een controle. “Die tenten zijn soms wel twaalf meter hoog. Als we er dan toch lopen en er valt ons wat op, dan zeggen we dat natuurlijk. Gewoon even een extra buis tussen de steigers of een extra plank. Puur om de veiligheid in die bouwtenten te vergroten.”
Puntjes op de i
De laatste week voor het corso werkt de CVT een lijst af met dingen waar de corsowagens aan moeten voldoen. “Het is een checklist met dingen die aan de binnenkant van de wagen aanwezig moeten zijn. Denk daarbij aan een brandblusser, CO2-melder, trekstang of noodstop, allemaal van dat soort dingen. Pas als wij daar een krabbel onder zetten, mag de wagen rijden tijdens het corso. Het zijn echt de puntjes op de i.” Ook tijdens de corsodag en het corsofestival van een dag later zijn de mannen van de CVT druk. “Als er een wagen pech heeft, bieden we hulp. Is het probleem niet snel oplosbaar, dan stappen wij op de trekker en trekken de wagen door de straten.”
De veiligheid wordt steeds beter, zo valt Martin op. “Groepen letten er echt op, dat is goed om te zien. Wagens zelf zitten steeds beter in elkaar en ook in corsotenten worden er steeds meer dingen geïntroduceerd om het maar veilig te maken. Maar lastig zal het altijd zijn, want een corsowagen is een raar ding. Voor de bouw is dan ook geen vaste lijn of instructie. Elke wagen is anders. Dat maakt het bouwen zo leuk en bijzonder.”