Een duik in het verleden van corso Sint Jansklooster

Een duik in het verleden van corso Sint Jansklooster.

Wie aan het bloemencorso van Sint Jansklooster denkt, denkt aan prachtig versierde wagens met bloemen en aan een gezellig feest dat daarbij hoort. Eigenlijk was dit vroeger, op de bloemen na, niet heel anders. We nemen een duik in het verleden en kijken hoe het bloemencorso Sint Jansklooster tot stand is gekomen.

Het ontstaan van de wagen

Het verhaal begint echter niet in Sint Jansklooster, maar in Egypte. Prachtige wagens zijn al heel lang in gebruik, maar ze hebben niet altijd dezelfde functie gehad als nu. Hoewel we deze wagens vandaag de dag gebruiken voor spektakel en een vriendelijke competitie, werden ze vroeger gebruikt voor het vereren van goden en godinnen. Als we teruggaan naar het oude Egypte, in de tijd van farao’s en piramides, kunnen we één van de eerste voorgangers van de wagens zien: een kleine boot die gedragen werd door priesters en waarin goden en godinnen vervoert zouden worden. Als we iets verder de toekomst induiken, dan zien we bij de Grieken een upgrade van deze boot: een boot op wielen waarop een standbeeld van de god van plezier en wijn, Dionysos (niet te verwarren met de Bacchus, de Romeinse versie) staat. Vanaf dit moment kun je dus spreken van een daadwerkelijke wagen. In de Romeinse tijd zijn er daarna in Denemarken ook wagens gevonden om de goden en godinnen mee in rond te rijden. Hierbij is er dus een einde gekomen aan de tijd van boten.


Radatto, C. (2014). Black-figure skyphos, the ship-car of Dionysos, by the Theseus painter, about 500 BC, National Archaeological Museum of Athens [Foto]. Flickr. Geraadpleegd op 12 januari 2023, van https://www.flickr.com/photos/carolemage/14111840891/in/photostream/

Van goddelijk vervoersmiddel tot theater

Zoals hierboven te lezen valt, werden deze wagens eigenlijk alleen gebruikt voor godsdienstige zaken. Tegenwoordig is dit niet meer het geval bij de corso’s. Deze verandering vond plaats vanaf de Middeleeuwen. Toen werden namelijk grote wagens gebruikt om toneel op te spelen. Hoewel de stukken die hierop gespeeld werden nog wel een godsdienstig thema hadden, is dit toch al een stap naar praalwagens zoals we ze tegenwoordig kennen. Rond deze tijd kwam het carnaval ook op, de voorganger van het corso, dit was toen echter nog wel alleen een eetfeest. Pas in 1823 werd in Keulen een eerste vorm van het moderne carnaval gevierd met de wagen ‘Held Carnaval’. In Frankrijk begint dit evenement al meer te lijken op een corso tijdens de ‘Bataille de Fleurs’. Hierbij werden eerst alleen bloemen uitgewisseld, later werd dit een carnaval met bloemenwagens.

Het begin van het moderne corso

Na de Tweede Wereldoorlog beginnen we ook parades in Sint Jansklooster te zien. Hoewel er voor deze oorlog al tijdens de verjaardag van koningin Wilhelmina kinderen werden rondgereden met paard en wagen, werden deze vanaf 1958 langzaam vervangen voor trekkers. Rond deze tijd rijdt er zelfs voor het eerst een wagen vol met bloemen mee (De Hoorn des Overvloeds), en in 1969 zelfs de eerste wagen die uitsluitend versierd is met dahlia’s (De Vredeskongin). Het is de eerste stap op weg naar het hedendaagse corso!


Veenhuis, H. (Z.D.). Bloemencorso Sint Jansklooster. Gemeentearchief Steenwijkerland.

Van één bloemenkar naar een complete bloemen parade

Een beetje gezonde competitie kan in de kunst tot hele spectaculaire dingen leiden, en zo is dat met het corso ook het geval! Om de buren te kunnen verslaan en de beste wagen te hebben, worden wagens steeds mooier, steeds groter en steeds indrukwekkender dan het jaar daarvoor. Er moeten wel regels bedacht worden om ervoor te zorgen dat niks uit de hand loopt: zo wordt er een maximale hoogte van tien meter vastgelegd voor de wagens, worden er aan het begin van het seizoen maquettes uitgewisseld om dezelfde thema’s te vermijden, worden reclamecorso’s afgeschaft en mag er geen reclame voor producten gemaakt worden tijdens het corso.

Veenhuis, H (1995). Bloemencorso Sint Jansklooster. ‘Muziek Legendes’ gebouwd door wagenbouwgroep Knelis. Gemeentearchief Steenwijkerland.